Suippes en de laatste baguette

25 september 2021 - Soest, Nederland

We zijn via allerlei kleine N en D binnendoor wegen door de Champagne en Franse Ardennen naar het dorp Suippes gereden. Ook hier zijn de Fransen en de Duitsers ruim honderd jaar geleden elkaar te lijf gegaan. De aantallen slachtoffers van toen zijn enorm, in de buurt van Suippes zijn er zo’n 130.000 gesneuveld en in één massagraf liggen er al ruim 21.000. Daar was een museum 14-18 en dat we nog even wilden meepikken. Bij hoge uitzondering gingen we op een parkeerplaats in het dorpje staan om daar te overnachten. Het museum was om de hoek, dus dat konden we de volgende ochtend vroeg dan mooi even doen. Er stonden allemaal auto’s om ons heen geparkeerd en dat is niet zo prettig als je in bed ligt. Aan de rand van het parkeerterrein stonden allemaal gele Kangootjes van La Poste geparkeerd, die ’s ochtends vroeg met een hoop kabaal met post volgeladen werden. Een La Poste distributiecentrum was nl. in de hoek van het parkeerterrein gesitueerd. Na een korte inspectie onzerzijds bleken de deuken en de frommels in deze gele Kangootjes overal op een andere plek te zitten, er was niet één gaaf exemplaar bij. Naast ons stond een rode verbleekte citroën bus geparkeerd, die van achter-boven volledig in elkaar zat. Echt heel knap om zoiets voor elkaar te krijgen, zeker hard achteruit door een tunnel van 1,80 meter hoog gereden of zoiets.

In de ochtend werden we nadat we weer ingeslapen waren van de belading van de La Poste Kangootjes gewekt door een grote vrachtwagen zijnde een betonmixer, die bij het postkantoor de oprit wat kwam bijwerken en wat Frans onderhoud kwam plegen. Overal werden wat kwakken beton gestort, wat aangeharkt en terminée is Kees. De mixer had blijkbaar te veel beton bij zich en na het storten reed de mixer achteruit tot bij het mooie heldere kleine riviertje dat langs de parkeerplaats stroomde. En jawel hoor, zonder van kleur te verschieten werd het beton dat nog over was zo leeg gekieperd in het voormalige glasheldere riviertje. Zo daar zijn we ook weer vanaf. Met al die herrie om ons heen zijn we toen maar opgestaan om onze laatste baguette te gaan kopen. Rob snapt niet waarom die dingen zo keihard gebakken moeten worden zodat je het volledige inwendige transport via de slokdarm moet meemaken. Bovendien zouden ze ze ook gewoon vierkant kunnen maken, zodat ze wat makkelijker te snijden zijn. Op de parkeerplaats was gelukkig ook weer een busje met werklui van de gemeente aanwezig. Want echt waar, ook deze keer was er een watervulpunt en een loosplaats voor chemische toiletten voor campers en natuurlijk weer “en panne”. Rob riep nog even “Vive la France” naar de werklui, die zich vervolgens sigaretten rokend en dijen kletsend terugtrokken in de werkbus en vervolgens de aftocht bliezen, het camperservicepunt natuurlijk verder “en panne” achterlatend.  Zo hebben ze altijd werk, hun toekomst is verzekerd.

Aan de camper stond ook nog een wazig soort “Catweazle” – achtig figuur voor een gesprekje over de technische details van ons voertuig. Hij had zelf thuis ook zoiets zei hij, nl. een Renault-camion en dat was volgens hem precies hetzelfde. Zijn verhaal sloeg nergens op, nou vooruit hollen dan maar.

Wij ’s ochtends naar dat 14-18 museum. Dat bleek gesloten en pas ‘s- middags om 13.00 uur open ging. Helaas daar wachten we niet op. Bovendien moest je je bezoek van tevoren reserveren, behalve in het weekend. Hè, waarom door de week wel en in het weekend niet? Op het marktje voor het museum waren marktkraampjes met groenten en brood. Ook stond er een antiquair met oude kastjes en ook een tafel. Het was een hele lange tafel van een meter of vier lang, die afgeprijsd was van 2280,= naar, echt waar, 200,=. Helaas ontbraken alle panelen die in het middenstuk over een lengte van ca. drie meter daar ingelegd moesten worden om van de tafel gebruik te kunnen maken. Och, een kniesoor die daar op let. Het is wel lastig als je baguette tijdens het smeren direct op je knieën valt.

De laatste etappe gereden naar Dinant in België. Vanmiddag even door het stadje gelopen en we staan nu ergens in een bos op een heuvel ca. 10 km ten noorden van het stadje op de parkeerplaats bij een ruïne van het kasteel Poilvache uit de 11de eeuw en aangevallen en gesloopt door de bisschop van Luik in de 14de eeuw. Van het spul hebben ze dus maar 300 jaar lol gehad en is dus nu zo’n 600 jaar een ruïne. Mooi verlaten, maar op de parkeerplaats bij de ruïne staat een infobord met onbegrijpelijk Vlaams-Nederlandse uitleg dat dit gebied volgens één of ander Belgisch Ministerie een waardevol archeologisch gebied is, waar een archeoloog misschien nog wel een botje, potscherf of muntje uit de slotgracht kan opgraven. Op dit infobord zat hierover heen met plakband een velletje papier geplakt van de politie met heel veel wetsartikelen in het Frans, waarop staat dat je hier niet mag overnachten. Omdat het met plakband opgehangen was hebben we het pamflet eraf gepeuterd en zolang voorlopig maar even aan de achterkant geplakt zodat we het niet hebben gezien of geweten hebben dat we wetsovertreders zijn. Het is volkomen verlaten hier, stil en aardedonker om ons heen en er zit een uil de hele tijd keihard te oehoeën naast onze camper.

Demain, nous retournons a Mont Lennis.

4 Reacties

  1. Monique:
    25 september 2021
    Weer een mooi beeldend verhaal en morgen weer richting huis. Goede reis morgen, weer terug in het ritme.
    Dank, heb weer genoten van de verhalen; het wordt tijd voor een langere reis...
  2. Judith:
    25 september 2021
    🤣🤣🤣 Mont Lennis 🤣🤣🤣
  3. Paulus B:
    25 september 2021
    Een heerlijk beeld van landelijk Frankrijk en cultuur met de franse slag… Groetjes uit de Chamonix vallei waar alles trouwens perfect werkt. Vraag me af of de ervaren werk cultuur varieert met de rijkdom van de plaatselijke overheid en bevolking….
  4. Bert van der Putten:
    25 september 2021
    Wij sluiten ons gaarne aan bij de woorden van Monique:
    “Mooie beeldende verhalen” . Het was weer een genoegen.
    Goede reis naar huis en tot binnenkort met een nieuw reisverhaal!!