Cap Spartel

15 september 2018 - El Jadida, Marokko

Cap Spartel- Brieche-Kenitra- Hourara

Om 24.00 uur kwamen we in Marokko aan. Althans konden we van de ferry. Op het terrein werden we via diverse rotondes/beambtes/controles naar de definitieve toegang geleid en we moesten in de linker rij, rij 5 aansluiten. Toen we er net bijna (wij al blij met al die voorspoedige doorgang) door waren, besloot er toch iemand van de douana/policia dat we naar rij 1 moesten, dwars door alle rijen heen keren met de truck. Allemaal protesterende en toeterende auto’s die naar huis wilden. En ja hoor, aangekomen in rij 1 besloten ze dat we ergens op het haventerrein (kilometers groot, vele rotonde doolhoven) door een scanner moesten met de truck, omdat ze dachten dat we paarden vervoerden. Ergens zou een scanner staan waar we doorgelicht zouden worden.  Al met al hebben we echt 8 km rotondes gehad voor we een loods hadden gevonden waar klaarblijkelijk een scanner was. Vrachtwagen erin en wij uit de truck. Zo’n apparaat van “als je er niet meteen uit springt, anders ben je al je tanden kwijt’. Kregen een stempel van een official en zochten de weg terug naar de oorspronkelijke uitgang, al met al 4 uur later, mochten wij aan onze intocht in Marokko beginnen. We besloten om op de autobaan de 1ste aire de repos te nemen om aan onze welverdiende slaap te beginnen.

De volgende ochtend een baquette gescoord en meteen op pad, terug naar het noorden naar Cap Spartel. Niet smokkelen door ’s nachts snel een stukje over te slaan maar gewoon bovenaan beginnen. Het noordelijkste puntje waar al het water van de Atlantische Oceaan door de kleine trechter de Middellandse Zee instroomt. Prachtige plek met een vuurtoren waarbij je een mooi weids gezicht hebt en ook Spanje ziet liggen. Langs de kust naar beneden getuft. Erg rotsachtig en je keek van hoog naar de Atlantische Oceaan met prachtige stranden. We parkeerden de truck om van het uitzicht te genieten op de giga parkeerplaatsen die net aangelegd zijn. Over de rand naar het strand kijkend wordt het uitzicht helaas (zal nog vaak terug komen dit onderwerp) vertroebeld door de berg vuilnis die overal is neergestort. Rijdend naar het zuiden heb je rechts van je rotsen met vuilnis en een prachtige oceaan en links van je allemaal de nieuwste in aanbouw zijnde appartementencomplexen/hotels die in een noodvaart uit de grond worden gestampt. Overal zijn ze in aanbouw, en er is bijna geen km meer onbebouwd te vinden.  Onze ervaring is inmiddels dat de campings ook moeten wijken en alles wat in de weg staat wordt gesloopt voor de “vooruitgang”. We hebben Michelin kaarten met aanwezige campings, en boekjes met campings du Maroc maar al veel teleurstellingen moeten verwerken vanwege het “in rook opgeloste kampeerterrein”.  We zijn 3 keer eerder in Marokko geweest en dan met het vliegtuig en autootje gehuurd en hotels. Dan kom je toch ergens anders terecht dan waar we nu hebben overnacht tot nu toe. De eerste nacht hebben we 35 km in het donker om een rivier heengereden bij Kenitra omdat daar op een puntje aan het strand een fantastische camping zou zijn. Niet dus. Moe de truck gekeerd op weg om in de stad naar een camping te zoeken. In het donker in de stad, afgeladen met mensen, die overal oversteken en met open mond blijven staan gapen van wat komt daar nu weer voorbij. Rob heeft zijn handen vol om niemand aan te rijden, want achter die grote bumper verdwijnen zo een hand vol Marokkanen voordat je het in de gaten hebt. Uiteindelijk besloten om een Marokkaan te vragen om in de truck mee te rijden en ons de weg naar de camping te wijzen. We hebben hem geld gegeven zodat hij toch weer me de taxi naar huis kon en niet bij ons hoefde te blijven slapen. Tja het was een veld met een hek en een bewaker, en dan heb ik het denk ik wel gehad qua accommodatie. Ja ze hadden ook nog tegels tegen een muur gemaakt en hokjes met daarboven uit een douche kop. Echter helaas waren ze vergeten, ja echt, een kraan erbij te maken zodat er ook wat water uit kwam. Tja je moet de lat niet te hoog leggen. Camping kostte 4 euro dus nie zeuren. Moe en slapen. De volgende dag langs de kust verder gereden, en naar het oude prachtige stadje Asilah gereden. Zonder auto’s binnen de muren, goed onderhouden en alles mooi blauw en wit geschildert zoals vele stadjes. Wel vol met chinezen vergroeid met hun selfiestick. Niet gezond hoor, foto na foto maken ze van zichzelf en Rob maar de hele tijd aan mij vragen ”wie is daar in godsnaam nou in geïnteresseerd?, een foto van een chinees en niemand ziet wie wie is, want ze lijken toch allemaal op elkaar. We wilden graag Rabat zien en toerden verder. Na 2 opgeheven campings kwamen we in Hoerara (er viel echt helemaal niets te hoera ren ) aan, op een “je zou het een camping kunnen noemen”, er woonden mensen in tenten. Het was een behoorlijk dieptepunt, een smoezelig gebouwtje met treeplanken  wc (waar je bij voorkeur je lenzen niet in had) met een soort van wastafel zonder afvoer waar het vuile water direct over je schoenen liep. Er liepen kippen en een geit en vele magere katten en honden rond en waar je je vuil direct voor het gebouwtje stortte zodat al het on en gedierte wist waar je moest zijn. Uurtje later kwamen er 2 Nederlanders in een VW busje aan die met de moed der wanhoop vroegen “is dit de camping?”, en is het gewoon goed triest?”. Dit konden we gelukkig allemaal beamen zodat het geen teleurstelling voor ze was.

De volgende dag met de taxi (er was echt niets, maar dan ook helemaal niets, heel aan de taxi, 4 wielen en een frame erop, dichtgetimmerd met, ja echt kliklaminaat) naar Rabat . De taxi was lekker knus, met zijn 2-en op de voorstoel want achterin zaten al 5 Marokkanen; we plakten goed vast bij 30 graden aan de plastic bekleding. Rabat is het administratieve centrum al in 1500 ontdekt door de Portugezen (die waren er vroeg bij) en 400 jaar later door de Spanjaarden. De muren en het fort Ouaded is prachtig met een mooie aangelegde tuin met Oleanders, en alles wat bij ons verkocht wordt als kamerplant. Binnen de Kasba kleine straatjes en vooral de rust (als er geen bus chinezen losgelaten zou zijn) omdat er geen verkeer is. De medina is altijd leuk om rond te kijken. Kleuren en alles per handelswaar gesorteerd. Afdeling tapijtjes gevolgd door kruiden of broodjes. Tegen de heuvels net buiten de muur van de oude stad ligt het grote kerkhof. Helaas mochten we daar niet rondkijken. Zo’n kerkhof met al die verschillende stenen en herdenk attributen is altijd bijzonder maar geen toegang voor heidenen zoals wij.

Foto’s

4 Reacties

  1. Monique:
    15 september 2018
    Waar hebben jullie dat paard verstopt voor de scanner? 😂
    Weer een mooi verhaal...hopelijk kom je nog wel wat beters tegen kwa campings. Fijn jullie weer zo te kunnen volgen.
  2. Geert Kamps:
    16 september 2018
    houd de moed erin!
    ik dacht dat zeilen de duurste manier was om voor een niet komfortabel vakantie
    jullie hebben een nieuwe variante gevonden. wel prachtige verhalen
  3. Bert van der Putten:
    17 september 2018
    Meevoelende tranen, maar ook tranen van het lachen. Wat een verhaal zeg! Jullie humor en incasseringsvermogen worden steeds verder opgerekt. Annemie en ik hopen dat het hier en daar wat comfortabeler wordt, maar we hebben onze twijfels.
    We genieten enorm van jullie reisverhalen. Lieve groet en we kijken uit naar..........., ja naar wat NU WEER!!
  4. Cathelijne:
    17 september 2018
    Jee wat leuk om weer te lezen zeg! Zo reis je echt mee. Ik hoop dat er nog wat redelijke campings voorbij komen, maar vrees het ergste.... Succes!